Afgelopen zaterdag stond er een interview met mij in de Volkskrant (Katern: hart en ziel). Marjon Bolwijn heeft flink haar best gedaan en ook een aantal mensen uit mijn omgeving geïnterviewd.
Omdat ik van een aantal mensen hoorde dat zij de Volkskrant hadden gemist, heb ik hieronder een deel van het stuk geplakt, inclusief een link naar de digitale versie.
Door: Marjon Bolwijn
Dat hij verslaafd is aan internet kan Jim Stolze (35) niet ontkennen, maar liever spreekt hij van een ‘huizenhoge passie voor alle vormen van interactieve media’. Gepassioneerd staat de bekende internetadviseur op en zo gaat hij ook naar bed. Het eerste wat hij ’s ochtends doet als zijn iPhone hem wakker maakt, is op het envelopje drukken om zijn e-mails te checken. Al lezend staat hij op en zet hij thee. Dan volgt een dag waarop hij middels telefoon en laptop zonder overdrijven voortdurend online is. Zijn laatste actie voor het slapen gaan is weer dat klikje op het envelopje. ‘Ik slaap lekkerder als ik weet hoe mijn mailbox ervoor staat.’
Zo was het tot 1 december 2008. Op die dag ging voor een maand de stekker eruit. Hij zag er als een berg tegenop, wetende hoe belangrijk zijn online leven voor hem is, voor zijn werk maar ook voor zijn sociale contacten.
Maar ook juist daarom wilde hij weten hoezeer internet bepalend is voor zijn persoonlijk geluk. Kunnen we nog wel zonder internet, en draagt het bij aan ons welbevinden? Op die vraag wil hij antwoord krijgen middels een wetenschappelijk onderzoek dat hij komende weken gaat uitvoeren onder supervisie van Lidwien van de Wijngaert, docent en onderzoeker nieuwe media aan de Universiteit Twente. Enkele duizenden proefpersonen worden benaderd met de vraag in welke mate hun contact met deelnemers aan een internetcommunity van een tijdschrift bijdraagt aan hun welbevinden. Deze groep wordt vergeleken met respondenten die hetzelfde blad lezen maar niet actief zijn op het internetforum. Stolze vermoedt een verschil te zullen vaststellen, omdat het sociale dier dat de mens is iets unieks vindt op internetcommunity’s: geestverwanten, waarmee je zonder stoorzenders als afstand, tijd, uiterlijk en afkomst, ideeën en ervaringen kunt uitwisselen.
Om te weten welke invloed het virtuele leven op de geluksbeleving heeft, vond Jim Stolze dat hij dat eerst zelf aan den lijve moest ervaren. In een dagboek hield hij zijn ervaringen bij. De eerste week had hij fantoompijn.
‘Ik merkte dat als ik op mijn laptop aan het werk was in een worddocument, ik automatisch om de paar minuten op alt-tab drukte, om mijn e-mail te checken. Het duurde een week eer die reflex verdwenen was.’
Online vriendschappen
Ook miste hij zijn online vrienden, met wie hij op internetcommunity’s als Twitter en diverse marketingblogs dagelijks de nieuwste informatie uitwisselt op zijn vakgebied. Maar, wat hem frappeerde, was dat een aantal van deze virtuele vrienden op de ouderwetse manier contact met hem zocht: ze belden hem op, zonden een sms, één stuurde hem een taart, een ander een boek en hij kreeg handgeschreven brieven waarin bloggers hem op de hoogte hielden van de laatste digitale ontwikkelingen. Hij pakte ook zelf de telefoon en pen en papier. Een aantal virtuele vrienden ontmoette hij in levenden lijve.
‘Ik ben anders gaan denken over mijn digitale contacten. Een paar zijn afgelopen maand absoluut toegetreden tot mijn echte-vriendenlijstje. Dat zij mij op een andere manier opzochten, was troostend in die lastige eerste weken.’
Maar ook stond hij stil bij zijn offline contacten. ‘Ik besefte dat ik die ook steeds meer online was gaan onderhouden. Ik zal bijvoorbeeld nu eerder in de auto stappen om mijn vader te spreken in plaats van hem per e-mail op de hoogte te houden van mijn leven.’
Tegenover de afkickverschijnselen kwamen steeds meer positieve ervaringen te staan. ‘Ik ben verbijsterd over het verschil in aandacht waarmee ik de dingen kan doen. In de ochtend heb ik meer aandacht voor mijn twee kinderen, in de avond voor mijn vrouw. De iPhone met zijn voortdurende bleepjes stond niet tussen ons in. Ik ben een stuk socialer geworden en sta meer open voor input van buitenaf. Maar ook doe ik mijn werk met meer aandacht. Doordat ik geconcentreerder kan doorwerken, ben ik niet eerder zo productief geweest als de afgelopen maand. Wel was ik meer tijd kwijt met informatie verspreiden. Ik ben twee keer in de auto gestapt en een uur onderweg geweest om een print in de brievenbus van mijn onderzoeksbegeleider te doen. Ook heb ik veel tijd besteed aan het faxen. Dan is een worddocument per e-mail versturen veel handiger.’
Email-tikkertje
Maar toch, als iets hem duidelijk is geworden, dan is dat de doorgeslagen adoptie van e-mailverkeer in het bedrijfsleven. Tijdrovend, afleidend, en vaak zinloos en oorzaak van veel misverstanden. In 2008 zijn wereldwijd 250 miljard e-mails verstuurd en 95 procent is bagger, durft Stolze te stellen. Als hij iets heeft besloten na zijn offline maand, is dat niet meer mee te doen aan ‘e-mailtikkertje’. Zijn aarzeling 1 januari weer online te gaan, zat hem vooral in de berg mails die op hem wachtte. Om die reden heeft hij zijn mailbox nog steeds niet geopend. Eerst wil hij een manifest schrijven over het misverstand rond e-mail. Daarin komen onder meer concrete aanbevelingen hoe bedrijven digitale communicatie zouden moeten inrichten.
Medewerkers zouden volgens Stolze vaker moeten stilstaan bij hun eigen communicatiegedrag en met elkaar een vorm van e-mail-etiquette moeten afspreken. Inmiddels hebben twee grote bedrijven zich bij Stolze gemeld om zo’n programma in gang te zetten.
Gelukkiger?
Maar is Jim Stolze de afgelopen offline weken gelukkiger geworden? Die vraag kan hij niet met een ja of nee beantwoorden. Hij vindt zichzelf minder gestresst, productiever en socialer, maar mist zijn digitale contacten die zijn kennis en creativiteit voeden en de snelheid waarmee je informatie kunt verspreiden. De voordelen van internetcommunicatie wegen zwaarder dan de nadelen, vindt hij. Die nadelen beperken zich in zijn ervaring tot e-mailen, maar daaraan is met een dosis zelfdiscipline en strikte gedragsregels wat te doen.
Jims omgeving
En hoe ervoer zijn omgeving de internetverslaafde offline? Zijn vrouw Yvonne: ‘Hij was minder met zijn werk bezig, had meer aandacht voor mij en we hebben elkaar meer gesproken.’ Zijn onderzoeksbegeleider Lidwien van de Wijngaert: ‘Ik vond het erg onhandig dat we niet online informatie konden uitwisselen. Zelf ben ik meer een e-mailer dan een beller. Als ik zijn onderzoeksresultaten maar wel per e-mail krijg doorgestuurd.’
Zakenpartner Joris van Heukelom, directeur van Ilse Media:
‘Jim zag er vrolijker en fitter uit, alsof hij meer sliep, en zijn ogen twinkelden. Ik heb er zakelijk geen hinder van ondervonden dat hij offline was. De echt belangrijke dingen bespreek je toch het beste aan tafel en dat hebben we gedaan. Als we beter omgaan met de mogelijkheden die internet biedt en stressfactoren daarin vermijden, kunnen we er denk ik allemaal gelukkiger van worden. Jim levert met zijn experiment en onderzoek een bijdrage aan die zoektocht naar juist internetgebruik.’
Wetenschappelijk onderzoek
Geluksprofessor Ruut Veenhoven, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, denkt dat virtuele contacten een positieve invloed kunnen hebben op het welbevinden van de mens, aangezien het een extra mogelijkheid biedt met anderen in verbinding te staan. Omdat het een belangrijke rol speelt in zijn geluksbeleving, grijpt een mens elk middel aan om contact te leggen. In die zin zijn de mogelijkheden op internet een verrijking.
Volgens Veenhoven is er nog niet eerder grootschalig onderzoek gedaan naar de relatie tussen geluk en internet. Alleen in Spanje is een groep kinderen die actief zijn op internetcommunity’s vergeleken met leeftijdgenoten die dat niet zijn. De eerste groep bleek een fractie gelukkiger. Veenhoven is benieuwd naar de bevindingen van Stolze. Hij ziet dat als een begin. Want voor duidelijke inzichten in het effect van internetcontact op de geluksbeleving is langetermijnonderzoek nodig, stelt hij, evenals een vergelijking van verschillende vormen van contact tussen mensen op het welbevinden.
Vanaf 1 januari 2009 mocht Jim Stolze weer online van zichzelf, maar hij deed het niet. ‘Ik heb het experiment nog even verlengd omdat het mij zo goed bevalt’, vertelt hij op maandag 6 januari. Om een dag later te zeggen dat hij heel even op internet is geweest om een hotel te reserveren voor een congres in Amerika volgende maand. Twee dagen later zegt hij zijn vrienden op Twitter.com gedag, om zich in de loop van volgende week weer langzaam aan te sluiten op het netwerk. De mailbox blijft vooralsnog gesloten.
—
De Volkskrant heeft bij de digitale versie nog een aantal fragmenten uit het dagboek opgenomen en een aanvullende enquete geplaatst.
Pingback: Open » Jim Stolze offline
Pingback: Jim Stolze » Hoe de jeugd information overload voor ons oplost