Vandaag in de Volkskrant een interview met mij over infobesitas. Over het verschil hoe mensen op kantoor met information overload omgaan en hoe scholieren zich er een weg doorbanen -ondanks hun docenten.
Infobesitas. Het is een voor de hand liggen woordspeling op Obesitas, volgens Jim Stolze (36). Toch geeft het een zelfde soort problematiek aan. Tegenwoordig is informatie zo vrijelijk en overvloedig verkrijgbaar, dat we er ons aan overeten. Mensen blijven maar informatie consumeren, terwijl ze daar helemaal niet gelukkiger van worden. We zijn toe aan een nieuwe manier van lesgeven in het onderwijs. Digitale informatie consumptie zouden we met evenveel aandacht en urgentie moeten behandelen als verantwoord eten, zo vindt Stolze.
Wat is er aan de hand?
‘Kinderen van nu hebben toegang tot meer informatie dan hun leraren: een uniek moment in de geschiedenis. Vroeger had ik het gevoel dat mijn leraar geschiedenis alles wist. Dat was heel gaaf. Nu kunnen leerlingen direct checken of de leraar wel de waarheid spreekt en er tegenin gaan. De leraar is geen meneer meer. Net als de dokter. Als mensen op het spreekuur komen hebben ze al uitgevogeld wat ze hebben dankzij dr. Google. Heel frustrerend voor iemand die er jarenlang jaar voor heeft gestudeerd. De arts moet op zoek naar nieuwe invulling van zijn beroep met vaardigheden als coaching en empathie.’
Hoe moet dit dan in het onderwijs worden ingepast?
‘Het is vreemd dat onze generatie, die niet met internet is groot geworden, aan de jeugd moet vertellen hoe ze met die nieuwe vormen van media om moeten gaan. Wij (dertigplussers) zijn geneigd informatie te bekijken als fysieke objecten. Wij hebben de tijd meegemaakt dat post, fysieke post was. Dat kwam een keer per dag in een stapel op je bureau. Als die stapel te hoog was, dan kreeg je een extra collega. Je werk was gedaan als je stapel op was.’
‘Tegenwoordig is post digitaal. Het komt per e-mail binnen op je computer. Niemand heeft enig idee hoe hoog die stapel is. Sterker nog. Het is iets dat we niet kunnen bevatten. Toch blijven wij het beschouwen als een stapel post die weggewerkt moet, als een fysiek object dus. We kijken er op een lineaire manier naar: informatie wordt geordend volgens een hierarchie van authoriteit. Op internet gaat dat niet. Daar werkt het veel beter als je asynchroon werkt, op basis van een netwerk van relaties.’
School gaat toch ook gewoon om dingen leren?
‘Dat klopt. Het is juist belangrijk dat leerlingen weten dat alle mogelijke informatie online te vinden is en dat ze die zelf kunnen verrijken. Stel je voor dat je leraar Nederlands bent en je merkt dat een leerlinge een uittreksel van een boek inlevert dat zij rechtstreeks van internet heeft geplukt. Dan kan je twee dingen doen. Je kunt haar werk met een 1 beoordelen en zeggen dat ze opnieuw moet beginnen. Een slimme leraar beloont haar werk echter met een 5 en schrijft erbij dat ze als de spelfoutjes eruit had gehaald, ze haar eigen mening had toegevoegd en het uittreksel weer had terug upgeload naar scholieren.com ze zeker een 8 had gekregen. Dat is de manier waarop de open-source gemeenschap kennis deelt, verrijkt en verspreidt. Asynchroon en gebruik makend van een netwerk.’
U doet onderzoek naar geluksbeleving op internet. Maakt internet ons gelukkig?
‘Ik ben verbonden aan het Institute for Virtual Happines. Dat onderzoekt de relatie tussen geluk en internetgebruik. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat mensen die een internetaansluiting hebben significant gelukkiger zijn, dan mensen die dat niet hebben.’
Hoe komt dat?
‘Als mensen ergens online gelukkig van worden dan is dat sociale interactie. 10 jaar geleden waren er onderzoekers die concludeerden dat internet leidde tot eenzaamheid en depressie. Dat was de tijd van Web1.0 (het alleen-lezen web). Sinds we te maken hebben met Web2.0 (het sociale web) floreren virtuale gemeenschappen en hebben mensen het gevoel dat ze enorm verbonden kunnen zijn op momenten dat het hen uitkomt.’
U waarschuwt voor het gevaar van information overload, wat is dat?
‘Mensen hebben het gevoel dat ze teveel informatie tot zich nemen, daardoor voelen ze stress. Het is iets wat onze generatie in zijn hoofd creëert. Information overload als verschijnsel bestaat niet. Dan zou op een zatermiddag in de Ikea je hoofd exploderen. Het gaat erom dat je het idee los moet laten dat je ook iets met alle informatie moet doen. Mensen die hun mail niet als een stapel brieven beschouwen voelen zich veel gelukkiger op internet. Die laten al die informatie gewoon zweven op het internet en voelen niet de behoefte dat allemaal in hun hoofd op te nemen. Dat is een veel fijner idee. Zo heb je een leeg hoofd en kun je over je werk nadenken, in plaats van aan je.’
‘Information overload is het gevoel dat die stortvloed aan informatie je teveel wordt. Dat het nooit stopt. Lig je ’s avonds met je gezin op de bank, dan nog blijft je Blackberry piepen van de binnenkomende mail. Als je het dan als die stapel post ziet dan geeft dat een vervelend gevoel.’
Komt het dan wel goed met de jeugd?
‘Zeker weten, maar dat is eerder ondanks dan ‘dankzij’ onze inspanningen. Mag ik nog een anecdote geven? Laatst was ik bij ABN Amro en daar trof ik op mijn afdeling een groep stagairs aan. Ze waren druk bezig met het monteren van een videoclip en hadden veel lol met het zoeken van de bijpassende muziek. Ik vertelde hen dat ik het bijzonder vond dat zij een videoclip als stageopdracht bij een bank mochten maken. Zij antwoordden was dat dat helemaal niet hun opdracht was. Zij moesten eigenlijk een online enquete samenstellen voor het vak statistiek. Maar op MSN hadden ze gelezen dat een andere groep scholieren bij Sanoma Uitgevers niet wist hoe ze een videoclip moesten monteren, dus hadden ze gewoon gewisseld. Kijk, de docent ziet alleen de twee opdrachten die ingeleverd worden en beoordeelt ze op zijn eigen –lineaire- manier. Die kids hebben in de praktijk allang geregeld dat ze werken aan dingen die ze leuk vinden, die ze goed kunnen en ze kijken wel uit dat ze ook maar één ding doen dat onnodig is. Ze werken decentraal en organiseren zich per situatie weer anders. Nu wij nog.’
Interview door: Sebastiaan Timmermans
Foto (CC Flickr): tcoffey
Dank voor dit artikel.
Ik vind dat je een enorm duidelijk beeld geeft van de situatie!
Nogmaals bedankt & complimenten voor de communicatie.
Pingback: Arjan Zuidhof » Blog Archive » Slimmer Werken Nieuws – 2 juni 2010
Mooi artikel. Meegaan in de beweging ipv blijven vechten voor het ‘oude’ vertrouwde. Ik heb stagiairs en heel soms vraag ik me af of ik niet meer van hun leer dan zij van hun stage binnen mijn bedrijf ;-).