Ik schrijf dit vanuit een hotelkamer in Oman. Zojuist heb ik geprobeerd aan de ‘Omani’ uit te leggen wat er deze week in Nederland op de agenda staat. Koninginnedag toelichten was snel gebeurd. Maar 4-5 mei uitleggen aan buitenstaanders bleek toch een stuk lastiger.
“Op 4 mei herdenken we de slachtoffers van oorlogsgeweld. Op 5 mei, Bevrijdingsdag, vieren we onze vrijheid.” Dat is hoe het de afgelopen weken op de radio heeft geklonken. Voor Nederlanders is dit sinds 1987 een vanzelfsprekendheid geworden. Het hoort bij onze cultuur, staat voorgedrukt in de agenda’s.
De relevantie van het vieren van vrijheid, die zagen ze in Oman wel. De afgelopen dagen ging het over niets anders dan wat er zich in Egypte had voltrokken.
De opluchting na het vertrek van Mubarak werd door een van mijn gesprekspartners ervaren als een zwemmer die na een minutenlange zwemtocht onder water naar boven kwam en naar lucht hapte. De lucht was heerlijker dan ooit.
Vrijheid is als zuurstof. Je hapt en je hapt totdat je weer op adem bent gekomen. En vanaf dat moment adem je zonder er bij na te denken. In Nederland ademen we alweer decennia zonder erbij na te denken. Op dat éne moment in het jaar na.
De mensen in Oman wensten ons veel wijsheid toe hoe we 4 en 5 mei op een passende manier konden blijven vieren. Een gepaste manier betekent in mijn ogen een relevante manier. En … relevant voor wie? Dat is volgens mij een prachtige uitdaging voor het Nationaal Comité in de komende jaren.
Met de Hyves-campagne lijkt in ieder geval een mooie luchtballon opgelaten. Op het moment van schrijven zijn meer dan 270.000 mensen ‘lid’ geworden van de Hyves rond 4 en 5 mei en zijn er zo’n 400.000 fakkels bij de profielfoto’s geplaatst. Daarmee zet het comité alvast een mooie stap in een moderne richting.
Volgens mij is vieren en herdenken meer van deze tijd, dan ooit.