Zomaar een doordeweekse dag in de Nederlandse start-up-scene. Ik ben aanwezig bij de opening van Dot Slash Utrecht: een nieuwe broedplaats waar snelgroeiende bedrijven flexibel werkruimtes kunnen huren.
Vergelijkbare concepten zijn in andere steden al een bewezen succes. Zo blies B Amsterdam al in 2014 het oude IBM-gebouw aan de Johan Huizingalaan nieuw leven in en werd vorig jaar het Mexx-gebouw aan de A4 ingelijfd. B Amsterdam lijkt met 40.000 vierkante meters nog lang niet uitgegroeid, en net als CIC en 42Workspace in Rotterdam in een groeiende behoefte te voorzien.
Zo gesteld was het eigenlijk verbazingwekkend dat er in Utrecht nog niet een dergelijke plek speciaal voor start-ups was. Toegegeven, er gebeurt al veel moois: in bijvoorbeeld de Dutch Game Garden, bij de Social Impact Factory en natuurlijk via Utrecht INC.
Maar er gaat niets boven een fysieke plek waar founders nieuwe teamleden tegen het lijf kunnen lopen en waar bijvoorbeeld pitch-sessies worden georganiseerd.
Zo ook deze middag in Utrecht. Drie geselecteerde ondernemers gloeien van trots als ze over hun bedrijf en hun ambities spreken. Anouk Binkhuysen (Faqta) ontwikkelde een tool waarmee docenten in het basisonderwijs digitale lessen kunnen inzetten. Reeds 5000 scholieren maken er gebruik van. Erik Schlooz (Kate Innovations) is druk bezig om de vastgoedsector op te schudden. Volgens Erik is er nog veel te winnen als zulke bedrijven zijn datagedreven oplossingen zouden inzetten.
En tot slot is er het sympathieke verhaal van StuComm. Ronald Kouvelt kan de aanwezigen iets unieks bieden: toegang tot studenten. Hij biedt zijn tool op dit moment ‘white labeled’ aan bij hogescholen en universiteiten, maar ter plekke begint het publiek mee te denken over andere toepassingen. ‘Kun je hier geen vacaturesite van maken? Bedrijven zoeken zich scheel naar leergierig personeel!’ Ronald reageert als een professional: hij knikt instemmend en legt uit dat hij eigenlijk zoekt naar groeigeld voor de volgende fase van StuComm.
Het valt me op dat de pitchers tijdens hun presentatie opvallend vaak naar de eerste rij kijken. Naast burgemeester van Zanen zit daar, gekleed in glanzend grijs maatpak, niemand minder dan John Fentener van Vlissingen. Voor de 79-jarige ondernemer is dit een thuiswedstrijd. Letterlijk. Met zijn investeringsmaatschappij Boron heeft hij de panden in de Merwedekanaalzone overgekocht van een Amerikaanse investeerder. Zijn eigen BCD Travel, bekend van Cheaptickets en Vliegwinkel, zit een deurtje verder met het hoofdkantoor.
Van Vlissingen vertelt me dat hij enorm veel energie krijgt van al die jonge ondernemers. Dat is ook de reden dat hij destijds Walvis (een participatiemaatschappij) is begonnen. Met dat fonds heeft hij inmiddels tien investeringen gedaan in Nederlandse tech-starters.
Is dat geen fantastisch model? Ik voorspel dat straks elke grote stad zijn eigen Dot Slash krijgt. Beste lokale suikeroom, trekt u ook even uw beurs om een start-up-fabriekje te openen? U zult zien: binnen de kortste keren zit het vol (betalende) huurders én zit u voor een dubbeltje op de eerste rang als zo’n start-up op zoek gaat naar groeigeld.