‘U bent geselecteerd voor een willekeurige veiligheidscontrole, meneer Stolze.’ Het klinkt alsof ik een prijs heb gewonnen. Gebeurt dat eigenlijk nog? Dat je bij de kassa van de supermarkt met slingers wordt overladen en dan een minuut gratis mag winkelen? Waarschijnlijk ook iets dat door zelfscankassa’s overbodig is gemaakt.
Maar goed, ik sta niet in de rij bij de supermarkt. Ik bevind mij op Schiphol. Het was me gisteren bij het online inchecken al opgevallen dat ik meer stappen moest doorlopen dan gebruikelijk. Ook kreeg ik geen boarding-pass toegestuurd, terwijl mijn reisgenoten die wel hadden ontvangen. En nu dan dus uit de rij gepikt.
Veiligheidscontrole? vraag ik. De mevrouw in KLM-blauw uniform stelt me gerust. ‘Gewoon een aantal routinevragen, meneer. Gaat u daar maar even zitten.’ Hm, nog steeds geen boardingpass. In de slurf richting vliegtuig lachen mijn reisgenoten me uit. Komt door je baard! roept een grapjas.
Even later wenkt een stoere man dat ik naar hem toe mag komen. Ook hij verzekert me dat de controle volstrekt willekeurig is. Wat moet hij anders? Hij kan moeilijk zeggen dat het is omdat ik kortgeleden een bezoek aan Saudi-Arabië heb gebracht. Of dat de foto in mijn paspoort een baard laat zien die meer dan een vuist lang is. Zouden dat triggers zijn die de ‘willekeurigheid’ van de steekproef verkleinen?
In alle eerlijkheid, de stoere man is zeer beleefd en doet keurig zijn werk. Hij vraagt netjes of ik mijn schoenen en mijn vest uit wil trekken. En of hij in mijn rugtas mag kijken. Ondertussen veegt hij met een stukje stevig papier langs mijn kleding. Vrij intensief in de kraag van mijn blouse, over mijn armen, langs mijn taille, en via mijn benen naar mijn sokken. Vervolgens duwt hij het stukje papier in een machine. De machine heeft iets weg van een grijze tafelkoelkast met een jaren 80 computerscherm.
Intussen schieten er allerlei vragen door mijn hoofd. Is-ie nou huidschilfers aan het verzamelen om mijn DNA door een database te halen? Ik schraap de moed bij elkaar om het hem te vragen. ‘Nee, meneer. Op deze manier nemen we monsters van uw kleding en die worden door de machine getest of ze sporen bevatten van bijvoorbeeld drugs of chemicaliën.’
Klinkt logisch. Maar mijn gedachten razen maar door. Je bent als FD-lezer toch beroeps gedeformeerd. Vallen deze monsters eigenlijk onder persoonsgegevens? Heb ik toestemming gegeven dat hij ze mag verwerken. Wat gebeurt er met de data als ik wel of niet door mag lopen?
Voordat ik deze vragen kan stellen, verschijnt er een groen vinkje op het scherm van de monstermachine. Sample OK. Afgezien van het ‘willekeurige’ aspect, lijkt het een zeer effectieve manier van controle. Niemand heeft in mijn tas hoeven kijken en ik heb mij niet hoeven uitkleden.
Ik vraag de security-meneer wat hij nu met papiertje gaat doen. ‘Die gebruiken we voor nog voor 4 á 5 reizigers en dan worden ze vernietigd.’ Tot zover CSI Schiphol. Staand op mijn sokken –maar niet naast mijn schoenen- krijg ik dan eindelijk mijn boarding pass. New York, here I come!