Je kan Nederlanders niet blijer maken dan hen te vertellen over het succes van een andere Nederlander in het buitenland. Binnen de landsgrenzen vinden we je een aansteller en moet je vooral niet denken dat je iets voorstelt; buiten de landsgrenzen ben je een held en willen we je allerbeste vriend zijn. Je zou het een Calimero-complex kunnen noemen: als inwoner van een klein landje is het soms fijn om te horen dat Wifi is bedacht in Nieuwegein. We herinneren onszelf er maar al te graag aan dat de grootste uien-exporteur ter wereld gewoon in Zeeland is gevestigd. Een vergelijkbaar gevoel van trots kreeg ik afgelopen zomer toen ik kennismaakte met Guido van Rossum.
Van Rossum is in Nederland bij een klein kringetje bekend maar kan in de wereld van de data science rekenen op de status van rockster. Hij heeft zelfs zijn eigen titel: the benevolent dictator for life. Guido van Rossum is namelijk de geestelijk vader van de programmeertaal Python.
Als u nu de schouders ophaalt omdat u nog nooit van Python heeft gehoord, raad ik u aan om nog even door te lezen. Als ik u vertel dat de zoekmachines Google en YouTube onder de motorkap gebruik maken van Python. Als ik u vertel dat Python dé internationale standaard is onder academici en professionals die zich bezighouden met kunstmatige intelligentie… bent u dan onder de indruk?
Niet slecht voor een project dat in 1989 als een hobby startte. Guido van Rossum werkte destijds voor het Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) en had tijdens een kerstvakantie geen zin om stil te zitten. Hij besloot om in zijn vrije tijd een nieuwe programmeertaal te ontwikkelen. Als fan van Monty Python’s Flying Circus hoefde hij niet lang na te denken over de naamgeving. Een andere opvallende keuze was het uitbrengen via een “open source” licentie. Dat heeft ervoor gezorgd dat de taal tot op de dag van vandaag wordt onderhouden (en verbeterd) door duizenden vrijwilligers over de hele wereld. Op GIThub (de online verzamelplaats voor programmeurs) is Python zelfs de op één na populairste taal. Ik durf te stellen dat als de toekomst ergens wordt geschreven, dat hoogstwaarschijnlijk in Python is.
En dat brengt mij op het volgende. Want hoewel Guido bij het Amsterdamse CWI heeft geleerd hoe je een taal moet ontwerpen en implementeren, woont hij al bijna twee decennia in de Verenigde Staten. Na omzwervingen langs diverse onderzoeksinstellingen werkte hij de afgelopen jaren bij Google en Dropbox waar hij 50% van zijn tijd aan Python mocht blijven besteden. Dat zou sinds afgelopen zomer weleens kunnen veranderen. Van Rossum nam afscheid als grote leider binnen de community. Hij blijft wel actief als ontwikkelaar maar iemand anders moet voor de troepen gaan staan.
Tegen de braindrain
Gevraagd naar het moment waarop hij zijn liefde voor tech ontdekte, vertelt hij enthousiast over de Philips elektronica-bouwdoos die hij op zijn tiende verjaardag kreeg. Nu Guido dictator-af is, hoop ik dat hij tot een nieuw inzicht komt. Dat leven en werken in Nederland zo slecht nog niet was. Dat hij weer terugkeert op het oude nest in de polder om een nieuwe generatie op te leiden. De beste manier om een braindrain tegen te gaan is door ze jong te inspireren. De elektronica doos anno 2018 draait immers allang op… Python.