Het leek een nuttige toevoeging aan Google Maps: bij elke routebeschrijving binnen de bebouwde kom zou Google voortaan laten zien hoeveel calorieën je kon verbranden door te wandelen in plaats van de auto te nemen. Best slim, toch? De app laat al zien hoeveel kilometer je verwijderd bent van je bestemming en hoeveel tijd een ritje met de auto, bus, fiets of benenwagen gaat kosten. Stappen- en calorieëntellers als die van Fitbit zijn erg populair en Google dacht de vele Amerikanen die proberen af te vallen hier een dienst mee te bewijzen.
Als kers op de taart koos Google een ludieke eenheid om de calorieën in uit te drukken. Wie weet nou precies wat “200 calorieën” zegt over een wandeling van een half uur? Daarom kozen de designers van de app een schattig roze taartje als symbool. Kwartiertje lopen? Dat is toch al gauw één mini-cupcake! Direct na de introductie van de digitale cupcakes verweten boze twitteraars Google aan “fat-shaming” te doen. De zoekmachine zou volgens hen een dieet-cultuur verheerlijken en mensen met een eetstoornis onnodig kwetsen.
Geschrokken van de ophef voelde Google zich genoodzaakt de functie direct weer te verwijderen van Maps. “Hoeveel uur hebben ze niet besteed aan het ontwerp van de cupcake? Hoeveel tijd hebben ze niet gestopt in de user-interface? Waarom is er dan geen tijd geïnvesteerd om na te denken hoe dit idee überhaupt zou vallen?” Aan het woord is Sara Wachter-Boettcher. De Amerikaanse schrijfster is in Nederland op de uitnodiging van de Amsterdam Capital Week. Voor een publiek bestaande uit vijftig topvrouwen betoogt Wachter-Boettcher dat de cupcakes slecht één voorbeeld is van een lange reeks incidenten waarin Silicon Valley de plank mis heeft geslagen. Denk aan ongelukkige felicitaties van Facebook (“Wow, dit bericht is wel heel populair!”) bij een foto van iemand wiens moeder was overleden. Of aan een handzeeppomp waarvan de sensor alleen reageert op mensen met een lichte huidskleur; klanten met een donkere huidskleur zijn inmiddels gewend om met een wc-papiertje de sensor te foppen.
Het boek van Wachter-Boettcher heet “Technically Wrong” en staat vol met dit soort voorbeelden. Waar de auteur in doorschiet is de absolute stelligheid waarmee het de miskleunen over een kam scheert. De onderliggende problemen verschillen mijns inziens nogal per casus. De handzeeppomp en andere systemen waarbij een lichte huidskleur als de standaard wordt genomen zijn ronduit discriminerend en moeten inderdaad publiekelijk veroordeeld en rechtgezet worden. Maar zijn cupcakes in een navigatiesysteem van eenzelfde orde?
Er wordt vaak geklaagd dat bedrijven als Google alleen maar bezig zijn met geld verdienen. Nemen we het hen dan echt kwalijk als ze een keer proberen om hun invloed te gebruiken voor iets anders dan kliks en banners? En van alle maatschappelijke boodschappen waar ze uit konden kiezen, is “meer bewegen” dan werkelijk zo’n inbreuk op onze persoonlijke leefomgeving?
Het had heel anders gevallen als de functionaliteit “opt-in” was geweest. Gebruikers die het willen, kunnen er dan voor kiezen. Als Google dan ook nog had samengewerkt met een sympathieke stichting of een “week van het bewegen” had uitgeroepen, had volgens mij niemand hier op tegen geweest. Maar zo’n idee opperen kost natuurlijk wel iets meer moeite dan een tweet versturen. Social media maakt een hoop mogelijk, niet in de laatste plaats: eens flink en vooral snel je verontwaardiging uiten.