Deze maand bestaat TEDx 10 jaar in Nederland. Dat wordt gevierd met een speciale jubileum-editie van TEDxAmsterdam in de Stadsschouwburg op 29 november. Daarnaast is het een uitstekende aanleiding om de legendarische presentaties van bijvoorbeeld voormalig Commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm, Mabel van Oranje en Wubbo Ockels nog eens terug te kijken. TEDx heeft een wereldwijd publiek weten te interesseren voor ideeën van Nederlandse bodem. Sommige ‘talks’ zijn al miljoenen keren bekeken.
Het format -inspirerende verhalen van 18 minuten- is echter veel ouder dan 10 jaar. Het was 1984 toen de eerste TED Conferentie plaatsvond in Californië. Het idee erachter was dat Technologie, Entertainment en Design elkaar steeds meer zouden beïnvloeden. Inmiddels gaan TED (het officiële Amerikaanse congres) en TEDx (de lokaal georganiseerde edities) over veel meer dan alleen die drie. Ik kan me geen onderwerp voor de geest halen waar géén talk over is gegeven. Wat ze gemeen hebben is die opvallende, specifieke lengte van 18 minuten of minder.
De 18 minuten-regel is onderdeel van de succesformule van TED. Het is lang genoeg om een interessant punt te kunnen uitwerken en kort genoeg om de aandacht vast te houden. Het was de lengte van John F. Kennedy’s ‘We choose to go the moon’ (1962) en Martin Luther King ‘I have a dream’ (1963). Het is opmerkelijk dat deze lengte ook in een tijd van YouTube –waarin de gemiddelde kijkduur 4 minuten is- nog steeds lijkt te werken.
TEDx heeft daardoor indirect ook invloed gehad op onze dagelijkse congressen en evenementen. Daar waar het vroeger heel normaal was dat iemand anderhalf uur over een PowerPoint heen mocht praten, is die gemiddelde spreektijd flink naar beneden gebracht. Vroeger was de organisatie misschien bang om het ego van de spreker te kwetsen, maar vandaag de dag kunnen ze zeggen ’18 minuten, net als bij TED’.
Een ding valt dan ook op: de spreektijd mag dan korter zijn, de manier waarop mensen hun verhaal opbouwen stamt vaak nog uit de vorige eeuw. Is het u ook weleens opgevallen? Sprekers beginnen vaak met veel gevoel voor drama met het bedanken van de organisatie. Of ze lezen hun eigen biografie nog eens voor. ‘Zoals zojuist gezegd werd in de introductie ben ik (vul naam in) en mij is gevraagd om u te vertellen over (vul onderwerp in).’ Doe dat niet! We weten wie u bent en waarom u bent uitgenodigd. Begin alstublieft met uw verhaal.
Een andere veelgemaakte fout is dat sprekers van tevoren geen idee hebben hoe lang hun presentatie zal duren. Ze beginnen daardoor veel te uitgebreid aan het eerste deel van hun verhaal. Halverwege komen ze tot de ontdekking dat de tijd eigenlijk al om is. Wat dan volgt is het tenenkrommende moment dat iemand nog in sneltreinvaart de tweede helft van zijn PowerPoint door gaat klikken. Of nog erger: dat de dagvoorzitter hem moet afbreken, om ervoor te zorgen dat er ook nog spreektijd over is voor de andere sprekers.
Is sowieso de Q&A niet het het meest interessante moment van een lezing? Dan ontstaat de discussie, dán gaat een onderwerp vaak pas echt leven voor het publiek. Mijn tip daarom voor alle aanstaande podiumdieren: begin volgende keer eens met het tweede deel van uw lezing. U zult versteld staan van hoe effectief het is om het voorspel weg te laten. Of nog sterker: begin uw volgende lezing eens met: ‘Zijn er nog vragen?’