Wij hebben thuis een heuse stammenstrijd. Het gaat er zelfs zo fel aan toe dat de éne partij weigert met de andere te praten.
Aanvoerder van het zwarte team is Alexa. Zij spreekt Engels, bedient onze verlichting en regelt de temperatuur in huis. Op een doordeweekse middag helpt ze mijn zoons met hun huiswerk. Dat gaat meestal niet vanzelf. Het enige dat mijn zoons tegen Alexa willen zeggen is: ‘Alexa, resume Spotify’. Zij is namelijk aangesloten op de Sonos en dat geeft hun playlist met Nederhop precies de nodige bass.
Captain van het witte team is Home. Zij spreekt Nederlands, zet kookwekkers en kan erg goed Googelen. Daarom klinkt het op een doordeweekse avond bij ons: ‘Hé Google, hoe koud is het morgenochtend?’ of ‘Wat is de hoofdstad van Peru?’
U begrijpt het al: de strijd bij ons thuis gaat eigenlijk tussen de internet giganten Amazon en Google. Amazon kwam als eerste op het strijdtoneel. Zij lanceerden hun pratende speaker met de naam Echo al in 2016, hoewel inmiddels iedereen ernaar verwijst via de naam van de software-assistent (Alexa). In eerste instantie dacht ik dat Amazon gewoon een digitaal boodschappenmandje in elke keuken wilde krijgen. Je kunt met hun app heel gemakkelijk boodschappen op een virtueel lijstje zetten; volgende stap is dan dat het wordt thuisbezorgd. Maar de plannen van Amazon gaan veel verder. Zij willen dat Alexa de nieuwe interface wordt van alle verbonden dingen. Zo hebben Ford, Volkswagen, BMW en Toyota al aangekondigd dat je in de toekomst via Alexa je radio en navigatie kan bedienen.
Google kan zoiets natuurlijk niet laten gebeuren. Net als dat zij met Android destijds de aanval op Apple iOS hebben geopend, bestrijden ze het zwarte schijfje van Amazon nu met hun witte bolletje. Een ding watGoogle in ieder geval beter doet is het respecteren van de niche. De meegeleverde Google Assistent kan prima uit de voeten in het Nederlands, terwijl Alexa alleen Engels en Duits op haar repertoire heeft. Daarnaast maakt Google ook gebruik van leuke geluidseffecten en emoji’s om de communicatie ook voor tieners aansprekend te maken. Daarbij vergeleken is Alexa een heel degelijk, bijna ouderwetse dame.
Is er nog een derde kaper op de kust? Zelf ben ik erg enthousiast over Bixby, meegeleverd met nieuw Samsung telefoons. Hun spraakassistent spreekt ook (nog) geen Nederlands, maar kan wel lastigere zinnen aan dan concurrent Siri. Bixby heeft ook geheugen. Als je vraagt: ‘Hoe laat is het?’ en je hoort de tijd, kun je daarna vragen ‘En in Japan?’ Bixby vertelt je dan de tijd in Japan terwijl Amazon begint met het voorlezen van de Wikipedia over Japan. ’t Zijn kleine dingen die de apparaten op de wereldwijde markt doen verschillen. Zo kan Alexa bijvoorbeeld het geluid van brekend glas of een rookmelder herkennen en actie ondernemen. Maar in Nederland wint Google het voorlopig van alle andere digitale conciërges. De naadloze integratie metGmail en Calendar zorgt ervoor dat je heel eenvoudig taken kan uitvoeren zonder je telefoon of laptop te pakken.
Tussentijdse uitslag van de ‘battle of the voice’: 2 puntenvoor Google Home, 1 punt voor Alexa en 1 punt voor Bixby. En Siri? Die staat huilend in een hoekje van de kamer te beatboxen.