“Overvallen, ik voel me overvallen.” Een wat oudere docent durft het aan om zijn gevoelens uit te spreken. Voor mij is het deze maand de vijfde sessie die ik leid over de snelle opmars van generatieve AI in het onderwijs. Van Rotterdam tot Enschede en van Amsterdam naar Den Haag: steeds wordt duidelijk dat AI bij het onderwijzend personeel twee sterke emoties oproept: enthousiasme en angst. Het gaat te ver om te concluderen dat er twee soorten docenten zijn. Nee, de emoties wisselen elkaar af, soms uit de mond van één en dezelfde leerkracht.
Toegegeven: in elke sector zijn voorbeelden te vinden van beroepen of processen die door de introductie van Chat GPT een stroomstoot hebben gekregen. Maar van alle sectoren werd het onderwijs toch wel het meest tastbaar geraakt. Docenten zijn vooral bang dat leerlingen huiswerk inleveren dat door Chat GPT is gemaakt en daardoor zelf niets meer leren. Ook de wijze van toetsen staat daardoor onder druk. “Kan gedachten rondom een onderwerp ordenen en op een begrijpelijke wijze op papier zetten.” Dat was tot voor kort een vaardigheid die door vriend en vijand als nuttig werd bestempeld en die ook eenvoudig te toetsen was. Maar omdat Chat GPT dit nu ook kan, is de manier van toetsen achterhaald. Sommige scholen zijn noodgedwongen teruggevallen op het verplicht met pen of potlood maken van toetsopgaven! Ook kun je je afvragen of de vaardigheid als zodanig nog hout snijdt. Die vraag stel ik daarom aan de aanwezige docenten. In groepjes gaan ze uiteen om ervaringen uit te wisselen en te brainstormen over lesideeën. Tussendoor loop ik naar de docentenkamer voor een kop koffie.
Wel de prompts delen!
Tot mijn verrassing loop ik daar een docent tegen het lijf van wie ik zelf (in de vorige) eeuw nog les heb gehad. De man zit een jaar voor zijn pensionering en heeft nog steeds veel lol in het lesgeven. “Ik vind Chat GPT fantastisch”, vertelt hij met dezelfde pretoogjes die ik me nog herinner uit de jaren 90. Met enige schaamte in mijn stem vertel ik dat ik hem vanwege zijn leeftijd eerder in het kamp van de angstigen had ingeschat. “Nee, joh. We moeten het juist omarmen!” Ik vraag hem om een voorbeeld. “Denk aan werkstukken. Ik zeg tegen mijn leerlingen dat ze Chat GPT juist wél moeten gebruiken. Maar ik beoordeel het werkstuk alleen als er een uitgebreide reflectie bij zit. De leerling moet daar al zijn prompts delen en aangeven welke prompts goed uitpakten, welke niet en wat ze hebben gedaan om betere resultaten te krijgen. Doen ze dat niet, dan is elke tekst verdacht. Daarnaast wil ik een lijstje zien van welke fouten Chat GPT heeft gemaakt en welke nieuwe informatie de leerling zelf nog heeft kunnen vinden.”
Later die middag blijkt dat meer docenten Chat GPT in de klas aanmoedigen. Zij zien het als hun taak om leerlingen te leren ‘leren’. En daar horen nieuwe bronnen en nieuwe gereedschappen gewoon bij. Ze zijn vooral op zoek naar manieren om dit op een pedagogisch verantwoorde manier te doen. Voor hen heb ik goed nieuws. Hier is in Nederland een speciaal lab voor opgericht: het Nationaal Onderwijslab AI (NOLAI). Onder leiding van professor Inge Molenaar werken wetenschappers samen met bedrijven aan onderzoek hoe AI kan helpen bij meer onderwijs op maat, meer kansengelijkheid, minder uitval van leerlingen en betere les- en voorbereidingstijd voor leraren. Het lab wordt gefinancierd vanuit het groeifonds en loopt tot 2032.
Leren leren
Digitale transformatie is overal en elke sector krijgt te maken met disruptie. Na mijn sessies op de scholen en een bezoek aan het NOLAI ben ik diep onder de indruk van de veerkracht van het onderwijzend personeel. De aanvankelijke schok heeft plaatsgemaakt voor bezinning. Het brengt de oervraag in herinnering: “Voor welke toekomst leiden we onze kinderen op?” Chat GPT verbieden is zinloos: het bedrijfsleven gaat er nu al vanuit dat schoolverlaters uit de voeten kunnen met generatieve AI. Docenten bijten zich daarom vast in de vernieuwing, ze spijkeren zichzelf bij en passen vervolgens hun lessen en toetsen aan. In een tijd waarin veranderingen elkaar steeds sneller opvolgen, zijn wendbaarheid en ‘leren leren’ de beste manier om te voorkomen dat je je een volgende keer weer ‘overvallen’ voelt.
Column oorspronkelijk gepubliceerd in het FD van 22 januari 2024.